Jarenlang is verzadigd vet verketterd. Het zou bijdragen aan hart- en vaatziekten. Maar de 'vetleugen' is op haar retour, na recent wetenschappelijk onderzoek.
In 1961 luidde het American Heart Association advies ineens dat de inname van verzadigd vet uit onder meer boter, vlees, eieren en melk moest worden gereduceerd.
Nu blijkt dat dit advies was gebaseerd op een klassieke vorm van wetenschappelijke fraude: gegevens weglaten die je hypothese weerspreken. De wetenschapper die dit op zijn geweten had, Ancel Keys, stierf in 2004. Met, zoals we inmiddels weten, immense gevolgen voor de volksgezondheid. De rest is geschiedenis. Verzadigd vet kreeg een steeds slechtere reputatie en ging in de ban.
Maar wie stopt met verzadigd vet, heeft behoefte aan een alternatief. Terwijl de inname van verzadigd vet afnam, groeide de consumptie van koolhydraten (suikers), onder meer via de lucratieve 'light'-producten.
Achteraf bezien was het voor de volksgezondheid een bijzonder slechte uitruil.
Verzadigde vetten zijn vanaf het begin van de evolutie een normaal onderdeel geweest van de voeding van de mens. Het enige nadeel van verzadigde vetten is, dat ze veel calorieën leveren die in geval van weinig beweging (Leve het sportcentrum!) onvoldoende verbrand worden. Maar dat maakt roomboter nog niet ongezond. Het betekent dat we meer moeten bewegen!
De consumptie van veel koolhydraten, niet alleen de geraffineerde suikers, is echter een onvervalste dikmaker. Niet alleen geven ze nauwelijks een verzadigingsgevoel, ook leveren ze de glucose die het lichaam aanzet tot de productie van insuline. Deze regelstof helpt bij de opslag van vet.
Vervanging van verzadigde vetzuren door koolhydraten, en dan vooral die met een hoog glycemische index (GI), is juist geassocieerd met een toename van het risico op hart- en vaatziekten.
Kortom, onze vetvrees is voor het grootste deel ongegrond en gebaseerd op een leugen waarin we zijn gaan geloven.
Advies: beperk vooral je suikerinname en beweeg veel.